OPUS
NEE
Een handleiding tot Opus Dei, het zout der aarde zoals we
het nog nooit
hebben gegeten.
Door Dimitri Knobbe
En español
- En inglés
INLEIDING
Als woningzoekende in Amsterdam kwam ik in augustus 1993
via een advertentie in de Telegraaf in contact met studentenhuis
'Leidenhoven'. Zoals gebruikelijk in dit soort situaties,
kreeg ik bij kennismaking niet te horen dat dit huis werd
geleid door celibataire leden van Opus Dei. De twee collegejaren
die ik hier verbleef zouden mij nog lange tijd bijblijven.
Als gevolg van persoonlijke problemen en de drukkende sfeer
in Leidenhoven werd ik psychotisch - met messiaanse aspiraties
als gevolg van een overmatig zondebesef - en moest voor een
periode van twee maanden worden opgenomen. Bij terugkomst
in Leidenhoven werd mij door de Opus Dei-leiding aangeraden
geen gewag te maken van wat was gebeurd. Straks zou iedereen
maar denken dat "Dimitri zo gek is als een deur".
Aan mijn nog voortdurende labiele situatie werd vervolgens
slechts met nauwverholen spot tegemoet gekomen. Pas later
kon ik deze praktijk van Opus Dei, van het (publiekelijk)
belachelijk maken van een persoon, plaatsen in het kader van
het geven van geestelijke aalmoezen, eleemosynae spiritualis
[1], ter verbetering van zijn gebreken. Voor de psychologische
nazorg werd ik door de directie van Leidenhoven in contact
gebracht met "een vriend van het huis". Deze psycholoog
zei dat alleen het katholicisme de wereld kon redden, dat
ik in plaats van zeuren moest bidden en vechten en dat ik
beter met mijn ouders kon breken om hen pas op het sterfbed
weer op te zoeken.
Alleen een lid van Opus Dei kan zoiets kan zoiets met een
glad gezicht zeggen. Opus Dei-leden nemen naar verloop van
tijd namelijk een leven aan van wat de Spanjaarden aanduiden
met de term desengaño: het niet langer koesteren van
illusies over mensen of dingen. Josemaría, de stichter
van Opus Dei, schrijft in zijn spreukenbundel 'De Weg' dan
ook: "Maak je los van de schepselen, zodat je er helemaal
van ontbloot bent [?]."[2] Tot zover mijn persoonlijke
getuigenis. Hoewel het mij jaren heeft gekost om los te komen
van mijn kennismaking met Opus Dei vallen mijn ervaringen
namelijk in het niets vergeleken bij die van talrijke anderen.[3]
In 1996 begon ik aan een studie Theologie aan de Vrije Universiteit
in Amsterdam. Toen het universiteitsblad een artikel publiceerde
over stichting SVO (Studenten Voor Ontwikkeling) besloot ik
de redactie op de hoogte te brengen van het feit dat het hier
een Opus Dei-organisatie betrof, wat leidde tot een paginagroot
artikel van een waarschuwend karakter.
Via dit artikel kwam ik in contact met een meisje dat met
SVO was meegegaan naar Guatemala. Eenmaal ter plekke ontstond
er bij haar en vele medereizigers grote onvrede, onder andere
over het feit dat er voor vertrek nooit een woord was gerept
over Opus Dei, terwijl tijdens het verblijf in Guatemala toch
duidelijk bleek dat alles in het teken van deze organisatie
stond. Een belangrijk feit hierbij is dat de Opusdeistas (la
santa maffia) in Latijns-Amerika steevast aan de kant staan
van politiek ultra-rechts. [4]
Ook kwam ik via het bovengenoemde artikel in contact met
een studentenpastor die, toen hij nog in Maastricht werkte,
ouders en kinderen had gesproken die via huiswerkklasjes en
dergelijke in contact waren gekomen met Opus Dei en hier zeer
negatieve ervaringen aan over hadden gehouden. De rekrutering
onder zeer jonge kinderen is misschien wel een van de meest
controversiële aspecten van Opus Dei. De kinderen wordt
meestal gezegd geen gewag te maken van hun betrokkenheid bij
Opus Dei bij hun ouders (het werktuig van de duivel), die
hun roeping toch niet zouden begrijpen. [5]
In dezelfde periode werd ik ook nog gebeld door ouders wier
dochter in psychische problemen geraakte tijdens haar verblijf
in Opus Dei-studentenhuis 'De Aenstal'. Zij werd op een gegeven
ogenblik door een familielid met het nodige verbale geweld
uit dit huis weggehaald, moest stoppen met haar studie en
is jarenlang onder psychiatrische behandeling is gebleven.
Mede vanwege dit soort getuigenissen heb ik mij verder verdiept
in Opus Dei.
Bij de voorbereiding van dit werkje viel mij sterk op dat
de meeste critici van Opus Dei aan de oppervlakte van de organisatie
blijven. Zij besteden dan aandacht aan de eigenaardige kerkrechtelijke
status van Opus Dei, zijn spraakmakende financiële en
politieke schandalen [6], het omstreden karakter van Josemaría
[7], de enorme machtshonger binnen het Vatikaan [8], en God
mag weten wat al niet meer. Sommige auteurs komen zelfs tot
eigenaardige complot theorieën [9]. Dit soort onbegrip
sterkt Opus Dei-leden juist in hun overtuiging dat mensen
niet de moeite willen nemen om hun organisatie te begrijpen.
Op deze manier lacht de halve wereld om de andere helft en
regeert dwaasheid over allen.
MIJN VERSTAAN VAN OPUS DEI
De spiritualiteit van Opus Dei laat zich het beste begrijpen
in het licht van wat men als typisch Spaanse religiositeit
kan beschouwen. Deze godsdienstigheid houdt het midden tussen
de mentaliteit van een ridder en die van een monnik en is
niet in de laatste plaats het gevolg van een eeuwenlange dreiging
vanuit de Islam. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de
meest agressieve stromingen in de katholieke kerk veelal van
Spaanse komaf zijn. Te denken valt aan de orde der Dominicanen
en de beruchte jezuïetenorde. Een beroemd vertegenwoordiger
van de laatstgenoemde orde is Baltasar Gracían, een
wereldlijk jezuïetenpriester uit het Spanje van de zestiende
eeuw. Deze geestelijke wordt vaak in een adem genoemd met
Machiavelli en de Chinese oorlogsstrateeg Sun Tzu. En het
is dan ook een veelzeggend feit dat Josemaría naar
de jezuïeten refereerde als 'de gewone jongens' (los
de siempre)![10] Baltasar Gracián eindigt zijn boek
'Aardse Wijsheid' - een verzameling raadgevingen waar het
opportunisme vanaf druipt - met de uitspraak: "In een
woord, wees een heilige, daarmee is alles gezegd". Hoe
kan een godsvruchtig mens met het doel de middelen heiligen?
Ik zal deze vraag proberen te beantwoorden aan de hand van
Baltasars adagium: "Gebruik goddelijke middelen alsof
er geen menselijke bestonden en gebruik menselijke middelen
alsof er geen goddelijke waren".
Om de graduele tweedeling tussen 'goddelijk' en 'menselijk'
goed te begrijpen is een juist verstaan vereist van het traditionele
katholieke mensbeeld. Dit wereldbeeld is voor een belangrijk
deel gebaseerd op de voor het West Europese christendom kenmerkende
notie van de fenomenen 'Genade' en 'Zonde'. Vanuit de schepping
gezien is de gedachtegang; aan de mens (Adam) in de oertoestand
heeft God gerechtigheid en heiligheid (beeld Gods) geschonken.
Bij de zondeval is dit imago Dei verloren gegaan. De bedoeling
van de hele heilsweg is dat de mens deze gaven weer terugkrijgt;
door in gemeenschap met God te treden. Dit proces wordt op
gang gezet door de gratia actualis en wordt onderscheiden
van de gratia habitualis, die zich in het proces van de rechtvaardiging
in de mens zal nestelen. De gratia habitualis wordt bemiddeld
door het sacrament, met name die van de boete. Hier meldt
zich dan in volle ernst het thema van de heilsbemiddeling
van de kerk.
Dit kader is nodig om begrip te krijgen van Baltasars 'goddelijk
middelen'. En deze middelen vinden we terug in een willekeurige
dag in Leidenhoven waar de wierook bepaald niet van de lucht
is. Opus Dei-leden krijgen bij het maken van een buitenlandse
reis theatraal de zegen van de huispriester. De dagelijkse
rozenkrans wordt zonodig in de auto gebeden. Men maakt veelvuldig
schietgebedjes. Bij binnenkomst en het verlaten van het huis
wordt een kniebuiging gemaakt in de kapel. En ter begeleiding
van het studeren hoort een bidprentje, hoewel het huis vergeven
is van crucifixen en beeltenissen van Maria. Een bewoner van
Leidenhoven die niet lid is van Opus Dei loopt echter de kans
dat de foto van zijn vriendinnetje wordt omgedraaid door de
zogenaamde auxiliares, de onzichtbare schoonmaaksters. Ondanks
hun lage rang (zij staan onder een constante surveillance
van een numeraire; Josemaría noemde hun zijn kleine
kinderen)[11] weten zij hiermee ook blijk te geven van wat
Opus Dei noemt 'Heilige Schaamteloosheid'.
Hiermee komen wij tot Baltasars 'menselijke middelen'. Want
met 'Heilige Schaamteloosheid' en uiterste discretie (in 'De
Weg' wordt er een hoofdstuk aan gewijd) wil Opus Dei de wereld
naar zijn visie inrichten. Bij de hiermee gepaard gaande machinaties
van Opus Dei moet men beseffen dat ook deze staan in de roomse
traditie, in het bijzonder die van de omvangrijke moraalsystemen
die de rooms-katholieke moraaltheologie in de loop van de
zestiende tot begin twintigste eeuw uitwerkte. Deze systemen
zochten een oplossing voor het probleem, hoe het individuele
geweten in de spanningsverhouding van objectieve wet en subjectieve
vrijheid uit twijfel tot een verantwoorde beslissing kan komen.
Deze dialectiek heeft de katholieke kerk dikwijls aangewend
om de gelovigen onder dreiging van hel en verdoemenis schrik
aan te jagen en in een afhankelijkheidspositie te dwingen.
In de praktijken (die doen denken aan het systeem van het
'probabilisme' dat het individu grote mate van vrijheid geeft
om te handelen naar eigen inzicht) van Opus Dei spreken critici
van 'ego-destructie'. Echter speelt het fenomeen zonde strikt
genomen niet dezelfde rol als in de reformatorische traditie.
Het heeft in de katholieke systematische theologie het accent
van de privatio boni; de mens ontbeert het goede maar is niet
van natúre slecht. Vandaar het eigenaardige samengaan
van 'ego-destrucie' met love-bombing in Opus Dei. Zo werd
ik eens in alle intimiteit een vriend voor het leven genoemd.
Maar een Opus Dei-lid is een dusdanige affectie eigenlijk
alleen toegestaan als deze gericht is op God of Josemaría.
De uitspraak moet dan ook begrepen worden als 'Vatikanees'
voor; voor een Christen is ieder mens een vriend. Men spreekt
hier wel van de beruchte reservatio mentalis; de oude jezuïetentruc
van het innerlijk voorbehoud van degene die iets meedeelt
of belooft, waarbij hij zijn bewoordingen zo kiest - in het
bijzonder door er een andere dan de gebruikelijke betekenis
aan te hechten - dat de wederpartij er niet uit kan opmaken
wat hij bedoelt. Een ander voorbeeld is de suggestie van Opus
Dei dat zij niets te maken heeft met de activiteiten van haar
leden buiten die van de geestelijke. Dit lijkt mij een restrictio
mentalis (het geestelijk voorbehoud bij het verzwijgen van
de waarheid door het geven van misleidende antwoorden); want
geen katholieke organisatie legt zo'n grote nadruk op de heiliging
van het dagelijks leven in ál zijn facetten...
Beschuldigingen van obscurantisme worden door Opus Dei ondertussen
echter steevast afgewimpeld met de bewering dat al die kritiek
is terug te voeren op flaqueza, Spaans voor karakterzwakte,
hetgeen een verwrongen kijk op de werkelijkheid en gekte tot
gevolg heeft. Opus Dei voldoet echter tegelijkertijd aan de
kenmerken van indoctrinerende sekten zoals geformuleerd door
het Vatikaan [12] en elk weldenkend mens.
Bronnen
[1] Ontleend aan Jef Geeraerts, De PG, Amsterdam 1999. Ook
in zijn roman Het Rashomon Complex (Amsterdam 1992) speelt
Opus Dei een hoofdrol.
[2] Josemaría Escrivá, De Weg, Utrecht/Brussel
1989. Wie geïnteresseerd is in de veelzeggende spreuken
uit dit boekwerkje kan zich wenden tot het intrigerende relaas
van ex-lid Klaus Steigleder, Das Opus Dei, eine Innenansicht,
München 1996. Hij citeert een honderdtal spreuken uit
De Weg en zodoende hoeft de lezer de kas van Opus Dei niet
te spekken. Omdat critici vaak tot vermoeiends toe uit De
Weg citeren heb ik deze praktijk achter wegen gelaten. Hetzelfde
geldt voor citaten uit documenten die door Opus Dei geheim
worden gehouden (men leze hiertoe Peter Hertel, Geheimnisse
des Opus Dei, geheimdokumente - hintergründe - strategien,
Freiburg 1995. Van deze auteur is ook verschenen Ich verspreche
euch den Himmel: Geistlicher Anspruch, gesellschaftliche Ziele
und kirchliche Bedeutung des Opus Dei, Düsseldorf 1991).
[3] Men wende zich via internet tot de homepage van Franz
Schaefer; www.mond.at/opus.dei/. Ook het boek van Fergal Bowers,
The Work: An Investigation into the History of Opus Dei and
how it operates in Ireland Today, Dublin 1989, bevat een groot
aantal persoonlijke getuigenissen.
[4] o.a. Penny Lernoux, People of God, the Struggle for World
Catholicism, New York 1989.
[5] Men leze Javier Ropero Palaéz, Im Bann des Opus
Dei, Familien in der Zerreissprobe, Düsseldorf 1995.
[6] Voor wie geïnteresseerd is in de economische en
politieke implicaties van Opus Dei is het omvangrijke boek
(575 pag.) Their Kingdom Come (London 1998) van Robert Hutchison
aan te bevelen.
[7] o.a. Luis Carandell, Vida y milagros de monseñor
Escrivá de Balaguer, fundador del Opus Dei, Barcelona
1992. Aan het bestuderen van de schier eindeloze lijst Opus-vijandige
literatuur van Spaanstalige bodem ben ik helaas nog niet toegekomen.
Een aardige verklaring voor de 'zaligheid' van El Padre geeft
Kenneth Woodward in zijn boek Making Saints: How the Catholic
Church Determines Who Becomes a Saint, Who Doesn't, and Why,
New York 1990.
[8] Men leze Matthias Mettner, Die Katholische Maffia, Kirchliche
Geheimbünde greifen nach der Macht, München 1995.
[9] Zoals Alfonso Carlos de Borbón in zijn boek Die
Ganze Wahrheit über das Opus Dei (Durach 1997), waarin
hij Opus Dei neerzet als een geheim joods genootschap.
[10] Voor de relatie tussen de Jezuïeten en Opus Dei
leze men Joan Estruch, Saints and Schemers, Opus Dei and its
paradoxes, New York 1995.
[11] María del Carmen Tapia, Beyond the Threshold,
A Life in Opus Dei, New
York 1998.
[12] Het boekje Parents' Guide to Opus Dei (New York 1993)
van J. Garvey beschrijft het sektarische karakter van Opus
Dei aan de hand van het Vatikaanse document Challenge of New
Religious Movements (1986). De Parents' Guide wordt uitgegeven
door de katholieke stichting Our Lady and Saint-Joseph in
Search of the Lost Child, 305 Madison Avenue, suite 1146,
New York, NY 10165, USA (met contactadressen in vele landen).
Andere initiatieven van katholieke leest hebben gezorgd voor
de publicatie van onder andere; Harald Schützeichel (Hg.),
Opus Dei - Ziele, Anspruch und Einfluss, Düsseldorf 1992
en Paulus-Akademie (Hg.), Opus Dei - Stossgrupp Gottes oder
'Heilige Maffia'?, Zürich 1992.
13 mei 2002
Arriba
Volver a Tus escritos
Ir a la página
principal
|